The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage

 

Niet te meten met de geest en de spraak
Shankara, de grote Indiase wijze uit de achtste eeuw, definieert de Ultieme Werkelijkheid als avaangmanasagocharam. De a in die bepaling heeft dezelfde functie als in het Nederlands. Ze drukt een negatie uit. Vaang en manasa betekenen respectievelijk: met of door de spraak en de geest. Gocharam betekent: te meten. Agocharam: niet te meten.

Zelfs de natuur rondom ons ontsnapt aan het begripsvermogen van de geest. Er zijn namelijk een aantal vragen die hij nooit zal kunnen beantwoorden. Ze worden in het Sanskrit atiprashna genoemd, dat wil zeggen transcendente vragen: wat is het begin van de ruimte, van de tijd en van oorzaak en gevolg? De geest is beperkt en met iets wat beperkt is, kun je niet meten wat onbeperkt is. Je moet de geest in meditatie dan ook op een bepaald punt achter je laten, zeiden de oude wijzen.

Vedas: "De Waarheid is één, de wijzen gaven haar vele namen."
De onvergankelijke Werkelijkheid wordt in tal van Schriften verheerlijkt. Ze is het Brahman of het Absolute van de Oepanishads, het Tao van de Chinezen, de Vader in de hemel van de christenen, de Allah van de moslims, de Jahweh van de joden, het Ding-an-sich van Kant... Ze is dat wat we met zijn allen hebben leren verdonkeremanen, omdat wij het mediteren hebben verleerd. Dat wreekt zich op allerlei dramatische manieren, want het betekent vooral dat we onszelf hebben verdonkeremaand. Door zichzelf te ontkennen, zet men zich buitenspel en wie iets van voetbal kent, weet dat wie buitenspel staat niet kan scoren en dat als hij toch scoort dat zijn doelpunt wordt afgekeurd. Het vervagen van het Zelfbewustzijn dat zo kenmerkend is voor onze tijd heeft tot gevolg dat mensen rondlopen met een volstrekt vertekend zelfbeeld dat veelal door en door negatief is, vaak zó negatief dat het schier onleefbaar wordt.

De grote wijzen waren zo vol van wat ze hadden ontdekt dat ze het met iedereen wilden delen, al beseften ze maar al te goed dat wat kan worden gezegd niet dé Waarheid is. Ze kozen dan ook vaak de muziek en het lied als medium, omdat die het hart openen en op het smeltpunt brengen.

Zing OM
Het onuitspreekbare wordt op de beste manier uitgedrukt door OM. OM bestaat uit drie letters en vier fasen. De drie letters zijn a, oe (u) en m. A en oe zijn basisklinkers. O is een tweeklank. Als een a en oe samenkomen ontstaat de klinker o. Ik vergelijk dit altijd met kleuren. Er zijn basiskleuren en mengkleuren. Geel en blauw zijn bijvoorbeeld basiskleuren. Je hebt een pot gele verf en een pot blauwe verf. Als je beide potten leeggiet in een grotere pot en de verf goed mengt, heb je groen. Men zegt niet dat een muur geverfd is in geel-blauw. Men zegt dat ze groen geverfd is. Groen kreeg immers een eigen zelfstandige waarde. Zo ook met de o in OM. De vierde fase is de totaliteit van OM, wat ik hierna verduidelijk.

De betekenis van OM
A is een keelklank. Het is de eerste klank die een kind leert uitspreken. Het hoeft maar zijn mond te openen en wat lucht uit te stoten om een a voort te brengen. De laatste letter van het alfabet in het Sanskrit is de m. Dit is logisch, want de m is een lipklank. Lipklanken of labialen zijn klanken die in een luidspreker een plof veroorzaken als de spreker te dicht bij de micro staat. Het alfabet begint in de keel en eindigt aan de lippen. De oe loopt over de tong en is een verbindingsklank.

A verzinnebeeldt ook waakbewustzijn, oe droombewustzijn en m het diepe-droomloze-slaapbewustzijn. OM is het Bewustzijn dat de gemeenschappelijke basis is van waken, dromen en droomloos slapen.

A verzinnebeeldt ook sattva, oe rajas en m tamas. Dit zijn de drie goenas of eigenschappen van de natuur, evenwicht, rusteloosheid en inertie. OM is de Werkelijkheid die goenaatieta is of voorbij of zonder de goenas.

Mogen het hart en de geest één zijn
Ganesha, de god van de wijsheid, die men moet vereren alvorens welke andere god ook te vereren, is OM. Met zijn slurf lijkt hij op de Sanskrit letter OM. Ganesha betekent: Heer (Iesha) van de cijfers (ganas). De cijfers van 0 tot 9 werden geopenbaard in de Vedas. De Romeinen hadden een heel log systeem om te tellen en ze hadden dan ook schier geen wiskunde. De Arabieren leerden de cijfers in India en voerden ze in in Europa. Wij noemen ze dan ook Arabische cijfers. Ze liggen aan de basis van de moderne wetenschap.

De goden gaan zoals de koning niet te voet. Ze hebben een rijdier. Het rijdier van Ganesha is een rat. De rat verzinnebeeldt het intellect in de vorm van twijfel, dat zoals de rat altijd knaagt. Ganesha verzinnebeeldt de eigenschap die de twijfel overwint. Een mens denkt, spreekt en handelt. Er is tussen die drie veelal een groot verschil. Ganesha heeft een olifantenkop. Bij de olifant zijn het brein, de handeling (de slurf) en de spraak (de mond) mooi samen, dat wil zeggen dat er in hem geen gespletenheid is: hij denkt, hij spreekt en hij handelt op dezelfde integere wijze. Dit is de noodzakelijke voorwaarde om in wat dan ook succes te hebben. Je moet met je hele wezen in een onderneming gaan. Als je hoofd in één richting wordt getrokken en je hart in een andere wordt je streven een flop. Het is om die reden dat bij de aanvang van iets over Ganesha wordt gemediteerd.

Ik volg de traditie en begin mijn Yogalessen dan ook met OM-zingen. In de mate van het mogelijke zit je zo goed mogelijk rechtop en zo goed mogelijk ontspannen. Wees er volmaakt hier en nu bij. We zijn nooit echt bezig met wat we aan het doen zijn. Je bent altijd ergens anders in de ruimte en ook in de tijd. Dit is een aandoening die ons bestaan verziekt. Wees er hier en nu bij. Is de houding niet comfortabel, is de geest rusteloos, probeer het niet van je af te zetten. Geef er zelfs geen naam aan. Benoem de dingen niet. Wees je gewoon bewust. Komen er gedachten opzetten in hele drommen, geef er niet om. Laat alleen niet toe dat ze je meenemen, dat ze met jou op de loop gaan. Leer gewoon "zijn". Adem dan uit, adem in, open de mond en laat de o-klank opstijgen vanuit de basis van het lichaam. Voel hoe de trillingen zich opwaarts verspreiden door de hele romp. Ze eindigen in de keel. Op dat ogenblik sluit je de lippen en zoemt een m. De trillingen gaan door het hele hoofd. Ze eindigen in de top van de schedel. Daar ontstaat er een respons of reactie als een magnetische regen die je helemaal omvat en ontspant. Herhaal dit in groepen van drie: drie, zes, negen enz. Met een minimum van drie. De o is lang, de m is kort. Dit is saattvisch OM. Als de o kort is en de m lang dan is dat het raajasische OM.

OM wordt ook pranava genoemd, wegens de trilling, die een manifestatie is van de praana of levenskracht. OM wordt ook aangeduid als Omkaara of letter OM.

Het volgende is een interessante oefening als je met meerdere mensen in een satsangzit. Ga zitten in een cirkel. Iemand zingt OM. Zodra hij eindigt, zingt de volgende OM. Enzovoort. Zo kan de klank cirkelvormig rondgaan. Dit is heel inspirerend.

Vertaling
Yoginah
of de Yogis is het onderwerp (de nominatief). Dhyaa-yanti of zij mediteren is het werkwoord. Omkaa-ram of de letter OM is het lijdend voorwerp (accusatief).Bindoesamyoektam: verbonden met het punt. In de Sanskrit letter staat bovenaan een punt (bindoe). Dit maakt de klank nasaal (door de neus uitgesproken). Onder het punt staat een half maantje (ardhachandra). Dit maakt de klank halfnasaal. Nityam: eeuwig: OM is eeuwig. Kaa-madam: OM geeft wat men begeert. Mokshadam: OM geeft moksha of de verlossing. Al deze woorden zeggen iets over Omkaara en staan dus eveneens in de accusatief. Chaiva: cha eva: en waarlijk. Omkaaraaya: aan de letter OM (dit is een datief). Namo namah: telkens weer zij er voor gebogen. Namah is afgeleid van de werkwoordswortel nam, buigen. De eerste namah verandert in namo: de stemloze uitgang ahwordt volgens de regels van de welluidendheid door de stemhebbende eerste lettergreep na van de volgende namah veranderd in een stemhebbende o. De herhaling van het woord betekent: telkens en telkens weer.

Uitspraak
Splits de woorden in lettergrepen: Om-kaa-ram bin-doe-sam-yoek-tam enz. Spreek de lettergrepen een na een uit, er rekening mee houdend dat in het Sanskrit o en e altijd lang zijn, dat aa lang is en a kort, dat oe kort is, dat y wordt uitgesproken als j, dat dh één letter is (dit is een geaspireerde of aangeblazen letter: na de d volgt een aangeblazen h), dat men zegt Yoginaha en namaha (de uitgang ah is een ademuitstoot; de klinker vóór de letter wordt na de letter herhaald). Spreek, als je daarmee klaar bent, de lettergrepen na elkaar uit zonder ergens een klemtoon te leggen. Je zult merken dat er een natuurlijke klemtoon ontstaat. Het reciteren van het vers met gevoel is inspirerend en opent het hart.